Column februari 2012

In de navolgende zaak staat de ziekte obesitas morbide het functioneren van de werknemer danig in de weg. Is deze chronische ziekte reden genoeg om de arbeidsovereenkomst te laten beëindigen?

Wat is obesitas morbide?

Obesitas is ernstig overgewicht. Obesitas wordt morbide obesitas genoemd als het risico op gezondheidsproblemen of ernstige ziekten als gevolg van obesitas aanzienlijk stijgt. Er is sprake van een morbide obesitas als je een Body Mass Index (BMI) hebt van 40 (kg/m2) of meer. 
De wereldgezondheidsorganisatie erkent obesitas als een ernstige ziekte die als zodanig behandeld moet worden. Het is tevens een chronische ziekte. Dit betekent dat obesitas onder controle te brengen is, maar er geen genezing voor bestaat.

Ontbinding of niet?

Het gaat in deze zaak om de 42-jarige werknemer Evert, die 15 jaar in dienst is bij de werkgever. Evert is ‘allround productie vakman zware folie’. En lijdt aan morbide obesitas. De afgelopen jaren heeft hij zich regelmatig ziek gemeld. Behandeling door een diëtiste heeft tot gewichtsverlaging geleid, maar in de zomer van 2010 is het gewicht van Evert weer sterk toegenomen. Evert heeft nu ook knieklachten. In februari 2011 heeft de werkgever Evert laten weten de arbeidsovereenkomst te willen beëindigen, omdat Evert niet goed meer inzetbaar is en zijn collega’s steeds zijn werk moeten opvangen. Evert heeft zich vervolgens ziek gemeld, maar de bedrijfsarts heeft hem weer hersteld verklaard. 

Geldt het opzegverbod ex art. 7:670 BW?

De werkgever vraagt aan de kantonrechter te Zwolle ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Evert beroept zich op het opzegverbod ex art. 7:670 BW. Dit artikel bepaalt dat een werkgever gedurende twee jaren niet kan opzeggen gedurende de tijd dat de werknemer ongeschikt is te werken wegens ziekte. Verder stelt Evert dat hij sinds januari 2011 serieus aan het afvallen is en inmiddels 47,7 kilo lichter is geworden. 
De kantonrechter neemt als uitgangspunt dat morbide obesitas een chronische ziekte is en dat Evert door zijn klachten zijn werk niet meer op een adequate manier kan verrichten. Daarmee staat naar het oordeel van de kantonrechter vast dat Evert arbeidsongeschikt is in de zin van de wet. Dat brengt met zich mee, gelet op de reflexwerking van de opzegverboden, dat het ontbindingsverzoek niet kan worden ingewilligd, tenzij zich zodanige omstandigheden voordoen dat de arbeidsovereenkomst toch behoort te eindigen. 
De kantonrechter hecht veel waarde aan hetgeen de werkgever over haar verwachtingen m.b.t. het herstel van Evert heeft geuit. De werkgever had immers nagelaten op ondubbelzinnige wijze kenbaar te maken dat Evert moest werken aan zijn herstel en dat zij verwachtte dat hij zijn overgewicht zou aanpakken om weer op normale wijze zijn functie te kunnen uitoefenen. De werkgever had pas eind oktober/begin november 2010 Evert voor het eerst duidelijk kenbaar gemaakt dat hij een eigen verantwoordelijkheid heeft ten aanzien van obesitas en dat, als hij die verantwoordelijkheid niet neemt, er een conflict op de loer ligt. Evert is vervolgens vanaf januari 2011 door middel van een cursus gewichtsmanagement begonnen met afvallen. 
De kantonrechter begrijpt wel dat de werkgever betwijfelt of dit structureel is, omdat al eerder sprake is geweest van afvallen en weer aankomen. De kantonrechter vindt dat het op de weg van de werkgever had gelegen om Evert in zijn afvalpoging te ondersteunen en hem aldus een redelijke, laatste kans te bieden. Het besluit van de werkgever Evert te ontslaan komt dan ook te vroeg en de kantonrechter wijst het ontbindingsverzoek af. 
Het valt niet te ontkennen dat op de werkgever een behoorlijke zorgplicht voor (chronisch) zieke werknemers, zoals morbide obesitas patiënten, rust!