Wetsvoorstel doorstroming huurmarkt

Een meerderheid van de tweede kamer heeft op 9 februari 2016 ingestemd met het wetsvoorstel doorstroming huurmarkt. Dit wetsvoorstel bevat een aantal belangrijke onderwerpen, zoals meer mogelijkheden voor tijdelijke verhuur van woonruimten, maatregelen om scheef wonen te beperken en het stellen van limieten aan huursomstijgingen.

Tijdelijke verhuur woonruimten

Een verhuurder van een woonruimte kan volgens de huidige wetgeving slechts een tijdelijk huurcontract  beëindigen op de in de wet genoemde gronden. De verhuurder kan nu een tijdelijk contract met een huurder beëindigen als hij de woonruimte beschikbaar wil stellen voor een oudere, een gehandicapte of een student. Het wetsvoorstel breidt deze doelgroep uit met promovendi, grote gezinnen (acht of meer gezinsleden) en jongeren (18 tot 28 jaar). Verder biedt het wetsvoorstel de mogelijkheid om tijdelijke huurcontracten voor zelfstandige woningen aan te gaan voor maximaal één jaar en voor onzelfstandige woningen (kamers) voor maximaal  vijf jaar. Een zelfstandige woning is een woning met een eigen toegang waarbij de wezenlijke voorzieningen zich niet buiten de woning bevinden. Deze regels moeten tijdelijke verhuur stimuleren.

Maatregelen tegen scheef wonen

Woningcorporaties mogen bij huishoudens met een jaarlijks inkomen boven de toewijzingsgrens voor de sociale huur (€ 39.874,-) een maximale huurverhoging doorvoeren van inflatie plus 4% in plaats van inflatie plus 2,5%. Deze maatregel geldt niet voor gepensioneerden met een jaarlijks inkomen boven de toewijzingsgrens. Het kabinet hoopt hierdoor “scheefwoners” te stimuleren om sneller door te stromen naar een woning die bij hun inkomen past. 

Limieten aan huursomstijgingen

Verhuurders mogen de huur in individuele gevallen jaarlijks verhogen met maximaal de inflatie plus 2,5%. Voor woningcorporaties geldt volgens het wetsvoorstel dat zij de huursom over hun totale bezit jaarlijks met maximaal de inflatie plus 1% mogen verhogen, de zogeheten huursomstijging. De huursomstijging geldt niet voor particuliere verhuurders. De woningcorporatie kan besluiten de huur met alleen de inflatie te verhogen indien de gehanteerde huurprijs al dichtbij de volgens het puntensysteem maximaal te vragen huurprijs ligt. Als de huurprijs juist ver beneden de prijs ligt die de woningcorporatie mag vragen volgens het puntensysteem kan de woningcorporatie bijvoorbeeld de huurprijs met inflatie plus 2,5 procent verhogen. De bedoeling van deze maatregel is meer harmonisatie van huurprijzen van gelijke woonruimten realiseren en de prijs-/kwaliteitsverhouding van woningen verbeteren.

Het kabinet streeft ernaar dit wetsvoorstel op 1 juli 2016 in werking te laten treden.

Voor vragen over huurrecht kunt u vrijblijvend contact met mij opnemen via fleur@vanoverbeekdemeyer.nl of 0570-630857.