CRvB versoepelt voorwaarden voor toekenning loonuitkering door het UWV

Het UWV neemt de verplichting van de werkgever om loon te betalen over als de werkgever blijvend daartoe niet meer in staat is (artikel 61 Werkloosheidswet). Een dergelijke situatie doet zich voor in het geval van faillissement of schuldsanering. Tot nu toe oordeelde de Centrale Raad van Beroep (hierna: CRvB) dat dit slechts als een laatste redmiddel voor de werknemer moet worden gezien als de werkgever het loon niet kan betalen. De werknemer moest er alles aan hebben gedaan om betaling van zijn werkgever te krijgen voordat hij in aanmerking kwam voor de loonuitkering van het UWV. Zo moest de werknemer tijdig juridische stappen hebben ondernomen om zijn loon te vorderen van zijn werkgever.

In de uitspraak van de CRvB van 27 mei 2016 (ECLI:NL:CRVB:2016:1956) ging het om een werkgever die wegens bedrijfseconomische problemen zijn werknemers structureel te laat betaalde. De werknemers drongen mondeling aan op betaling. Op 22 oktober 2013 is de werkgever failliet verklaard. De werkgever had het loon van zijn werknemers tot november 2012 betaald. De werknemers waren het loon over de periode van 1 december 2012 tot 22 juli 2013 sowieso kwijt, omdat de aanspraak op loon via het UWV niet verder terug kan gaan dan tot 13 weken vóór het faillissement. Het UWV weigerde echter ook betaling van het loon over de periode 22 juli tot 22 oktober 2013 met het argument dat de werknemers onvoldoende hadden gedaan om betaling door hun werkgever te verkrijgen. Zij zouden te lang met een juridische procedure hebben gewacht om loon te vorderen van hun werkgever.

De CRvB oordeelde dat de enige grens volgens Europese wetgeving (Insolventierechtlijn) in een situatie van blijvende betalingsonmacht van de werkgever het voorkomen van misbruik is. Van misbruik kan sprake zijn als een werknemer kunstmatig voorwaarden schept om een loonuitkering te krijgen. De insolventierichtlijn biedt geen mogelijkheden om loonbetalingsverplichtingen van het UWV te weigeren, alleen omdat een werknemer niet voldoende tijdig en adequaat jegens zijn werkgever actie heeft ondernomen om loonbetaling te vorderen. Er is geen sprake van het kunstmatig scheppen van voorwaarden om een loonuitkering te krijgen als de werknemer niet voortvarend handelt.  

De CRvB heeft door deze uitspraak de voorwaarden voor een werknemer versoepeld om een loonuitkering van het UWV te krijgen als de werkgever niet meer in staat is het loon te voldoen.

Oproepdiensten storingsmonteurs ziekenhuis

Oproepdiensten storingsmonteurs ziekenhuis Is een oproepdienst voor storingsmonteurs ziekenhuis een bereikbaarheidsdienst/aanwezigheidsdienst of consignatiedienst? That’s the question! Inleiding De werknemers en het Rode Kruis Ziekenhuis verschilden

Lees meer »